De stadsmuur aan de Rijnzijde van de zuidelijke buitenwijk werd beveiligd door twee ronde torens; aan de ene kant kan de Rode Toren worden genoemd en aan de andere kant de Toren van Huis Schönburg.
Al de naam van de toren wijst erop dat in zijn gebied ooit het stadspaleis van de Schönburgers was gevestigd.

De ronde toren staat centraal op de stadsmuur, zodat het verdedigingspad midden door de toren loopt. De rondbogige toegangspoorten aan beide zijden zijn vandaag de dag nog steeds zichtbaar. De diameter bedraagt bijna zes meter. Bovendien is deze toren met een hoogte van negen meter ook kleiner dan de andere torens aan de Rijnzijde van de stadsmuur.
In het interieur van de toren bevindt zich een kleine stenen trap die leidt naar het verdedigingsplatform. Van buitenaf wordt de toren op de bovenverdieping of op het verdedigingsplatform omlijst door een rondboogfries van lichte zandsteen, evenals een daarboven gelegen kantelenrij met afgeschuinde schootsstenen. Opvallend zijn de later aangebrachte, spitsboogige ramen aan de Rijnzijde, evenals de achtkante kantelenrij van het observatieplatform, die zich boven het rondboogfries op kalkzandstenen consoles aansluit.

Bron: Kira Bublies, Universiteit Koblenz-Landau, 2016