gebouwd tussen 1200 en 1214 in plaats van een frankische kerk; als een driebeukige galerijbasiliek met laat-romaanse, vroeg-gotische en laat-gotische invloeden. Vooral de moeite waard om te bekijken zijn de uitgebreide muurschilderingen (rond 1230).

Maria Altaar

Het Marienaltaar is waarschijnlijk geschonken door Johannes Ruysch, een neef van de beroemde Linz-geleerde Tilman Joel, voor de raadskapel op het marktplein, ingewijd in 1462 en gesloopt in 1818. Na de sloop werd het altaar verplaatst naar de Sint-Maartenskerk en deed daar, met onderbrekingen, dienst als hoogaltaar tot 1953. Van 1967 tot 2021 was het drieluik het hoofdaltaar van de Marienkirche. Door problemen met de statica van de Marienkirche siert het Marienaltaar nu de doopkapel van de parochiekerk van St. Martin.

In geopende toestand toont het altaar een voorstelling van de Annunciatie op de linker binnenvleugel. Op het middelste paneel zijn hierboven de geboorte van Christus en de aanbidding door de wijzen weergegeven en hieronder het offer in de tempel en Maria en Christus na de opstanding. De rechter binnenvleugel toont de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren en daarboven een trinitarische kroning van Maria. Een tweede Annunciatie verschijnt aan de linkerkant van de buitenste vleugels en de kruisiging met Maria en Johannes aan de rechterkant. De schilder van het Marienaltaar is de zogenaamde Meester van de Lyversberg Passion, die rond 1460 in Keulen verscheen. Het altaar is een van de eerste grote werken van deze kunstenaar en is geworteld in de lange schilderstraditie van Keulen.