Kasteel Rheinstein is een herbouwd kasteel op de steile helling van het bos van Bingen in de richting van het Rijndal. Het ligt ongeveer een kilometer ten zuiden van Trechtingshausen, 90 meter boven de Rijn. Het middeleeuwse kasteel werd tussen 1306 en 1320 gebouwd als woontoren met een geïntegreerde schildmuur om het grondgebied van Mainz te beveiligen, samen met de Mainzkastelen Klopp in Bingen, Ehrenfels in Rüdesheim en Heimburg in Niederheimbach. Het kasteel van Rheinstein was het eerste kasteel dat in de 19e eeuw werd herbouwd. Prins Frederik van Pruisen liet de ruïnes van het middeleeuwse kasteel vanaf 1825 uitbreiden en op een hoog niveau inrichten met glasramen, meubilair, wapens en spolia. Zijn grote belangstelling voor de Middeleeuwen en zijn enthousiasme voor kastelen en ruïnes werden hier in de praktijk gebracht. Rheinstein markeert het begin van de "romantische wederopbouw" van talrijke Rijnkastelen die voordien waren verwoest in de Dertigjarige Oorlog, de Paltser Successieoorlog en door het Napoleontische bewind. De reconstructie werd tot 1829 uitgevoerd met medewerking van Karl Friedrich Schinkel volgens de plannen van de bouwinspecteur van Koblenz, Claudius von Lassaulx, door de architect Wilhelm Kuhn. Tegenwoordig bevindt zich in het burchtcomplex het romantische kasteel Burg Rheinstein met gastronomie, appartementen en het burchtmuseum. De zalen van het kasteelmuseum van het kasteel Rheinstein geven een indruk van de aristocratische wooncultuur ten tijde van Prins Frederik van Pruisen. Hij liet de kasteelruïne vanaf 1825 verbouwen tot zomerresidentie. Tot de bijzonderheden van de kamers behoren de wand- en plafondschilderingen van de Düsseldorfse schilder Ludwig Poser. Hij beschilderde bijna alle woonkamers met illusionistische traceriedecoraties. De historische tegels, deuren, armaturen en lambriseringen in de vertrekken getuigen van goed vakmanschap en het enthousiasme van de prins voor de Middeleeuwen. Antiek meubilair uit de 17e en 19e eeuw, evenals harnassen en wapenuitrustingen uit de 15e eeuw zijn andere kenmerken van het interieur. Het museum is dagelijks geopend van 15 maart tot 1 november en op zaterdag en zondag tijdens de wintermaanden. De neogotische kapel van het kasteel van Rheinstein werd in 1839-44 ten zuiden van het kasteel gebouwd, buiten de middeleeuwse ringmuur op een hoge onderbouw. Prins Frederik van Pruisen liet het bouwen omdat hij begraven wilde worden op zijn favoriete plek, kasteel Rheinstein. De sierlijke kapel heeft een filigrane puntgevel en een rijk timpaan, een ontworpen deurboogveld boven de bovendorpel van de ingang. Een kruisbloem siert het dak boven de puntgevel van de voorgevel, en waterspuwers in de vorm van draken zijn bovenop het hoge, met koper omlijste nok torentje geplaatst. In de kelder van de kapel bevindt zich een crypte met de doodskisten van de prins, zijn vrouw Luise en zijn zoon George. Een buitentrap leidt langs de zijkant naar een raam dat uitzicht biedt op de crypte. Ten zuiden van Trechtingshausen loopt een steil voetpad vanaf de oever van de Rijn naar kasteel Rheinstein. Het pad maakt deel uit van een landschapspark dat werd aangelegd samen met de romantische reconstructie van het kasteel Rheinstein in de 19e eeuw. Een kunstmatige beek met watervallen en rustbanken begeleiden de klim naar het kasteel. Het leidt langs een groot rotsblok dat bijeen wordt gehouden en beveiligd met een ketting en staalkabels.