De Basiliek St. Kastor is de oudste bewaard gebleven kerk in Koblenz. De kapittelkerk, ingewijd in 836, was het toneel van belangrijke historische gebeurtenissen. De abdij van St. Kastor was de ontmoetings- en arbitrageplaats van keizers en koningen en hun nakomelingen. In 842 vonden in de Romaanse kerk onderhandelingen plaats tussen de zonen van keizer Lodewijk de Vrome, die het jaar daarop leidden tot de verdeling van het Frankische Rijk in het Verdrag van Verdun.

Het gebouw in zijn huidige vorm dateert voornamelijk uit het midden van de 12e eeuw. Op 30 juli 1991 verhief paus Johannes Paulus II de basiliek van St. Castor tot basilica minor. Samen met de Liebfrauenkirche en de Florinskirche vormt de Basiliek St. Kastor het silhouet van de oude binnenstad van Koblenz.

Een Russische stadscommandant met gevoel voor humor Het verhaal van de fontein op het plein voor de basiliek, de Kastorbrunnen, is amusant. In 1812 liet de Franse prefect Doazan, enigszins voorbarig, in afwachting van de zegevierende afloop van Napoleons Russische veldtocht, de volgende inscriptie in de neoklassieke fontein beitelen die daar voor het einde van de veldtocht stond: "Aan Napoleon le Grand, an. MDCCCXII Memorable par la Campagne contre les Riusses sous la Prefecture des Jules Doazan." (Engl.: Aan Napoleon de Grote. 1812 ter herdenking van de Russische veldtocht onder de prefectuur van Jules Doazan).

Zoals bekend eindigde de Russische campagne met een vernietigende nederlaag voor Napoleon. De zegevierende Russische soldaten kwamen ook naar Koblenz, dat door de Fransen was verlaten. De nieuwe, Russische stadscommandant toonde humor toen hij op 1 januari 1814 zijn bevestiging, uiteraard in het Frans, onder de door Doazan gegraveerde lofrede op Napoleon zette: "Vue et approuvé par nous, le Commandant Russe de la Ville de Coblence." (Engl.: Seen and approved by us, the Russian commander of the city of Coblence). Zo vereeuwigde hij de herinnering aan de nederlaag van Napoleon en het einde van de Franse periode in Koblenz.